Met ‘aanleggen’ bedoelen we je baby aan de borst leggen. Het duurt soms even tot dat goed lukt, omdat je baby moet leren om goed te happen. Hoe help je je baby goed happen? Hoe drinkt je baby aan de borst? En hoe haal je je baby weer van de borst?
Tips bij het aanleggen
- Leg je baby zo bij de borst dat hij of zij goed bij de tepel kan.
- Je baby ligt helemaal naar jou toe, dus met de buik tegen jou aan.
- Zijn of haar hoofdje, nek en rug vormen één rechte lijn.
- Je baby ligt met de neus tegenover de tepel.
- Het hoofdje heeft de ruimte om naar achteren te bewegen.
- Zorg dat je baby kan happen. Streel je tepel langs de lippen van je baby. Meestal doet hij of zij dan de mond open.
- Wacht tot de mond ver open is, zo ver als bij geeuwen.
- Let erop dat de tong onder in de mond ligt.
- Zeg eens het woord ‘open’. Doe je mond daarbij ver open en steek je tong uit! Je baby kan jou al in de eerste weken goed nadoen.
- Is zijn of haar mond goed open? Dan breng je je baby snel naar je borst.
- Leg je hand op zijn of haar bovenrug of in het nekje, waar het haar begint. Duw niet tegen het achterhoofd. Je baby gaat dan terugduwen en dat maakt het juist moeilijker.
- Je kunt eventueel je kraamverzorgende om hulp vragen.
Zo drinkt je baby
- Je baby heeft een groot deel van de tepelhof in zijn of haar mond. Vooral aan de onderkant van de tepel.
- Met de tong en onderkaak drinkt je baby.
- De lippen zijn naar buiten gekruld.
- De kin ligt in je borst gedrukt.
- Je baby ademt via de neus.
- Je baby heeft een zuigritme, je hoort hem of haar regelmatig slikken.
- Je kunt de neus meer vrijmaken en lucht geven door de billen van je baby naar je toe te trekken.
Je baby van de borst halen
Aan het eind van de voeding worden de pauzes langer en het zuigritme verandert. Je ziet dan geen grote kaakbewegingen meer, maar kleine, korte bewegingen alleen met zijn mond. Meestal laat je baby vanzelf los of valt hij of zij in slaap.
Soms moet je je baby van de borst halen. Het kan dat je kind zich stevig heeft vastgezogen. Je kunt dan het volgende doen:
- Duw voorzichtig je pink in het mondje.
- Draai je pink, tot er genoeg ruimte is om je tepel uit de mond te halen.
- Kies een andere vinger als er meer ruimte nodig is.
- Trek je kind nooit van de borst!
- Doen je tepels pijn? Wissel je borsten dan vaker af en vraag hulp. Bijvoorbeeld aan een lactatiekundige.
Houd je kind na het drinken overeind voor een boertje. Daarna, eventueel na het verschonen van de luier, bied je hem de andere borst aan.