Vanaf 4 maanden gaat je baby steeds beter bewegen. Je kind gaat reiken en grijpen, omrollen, het hoofd optillen, kruipen, zitten, staan en uiteindelijk loslopen. Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Sommige kinderen ontwikkelen zich snel, andere kinderen doen er wat langer over.
Reiken en grijpen baby
Je baby ontdekt zijn eigen handen en voeten, en gaat zijn vuist openen en sluiten. Daarna gaat hij of zij de handen naar elkaar toe brengen en ermee spelen. Je kind kijkt en probeert. Door te bewegen komt je baby erachter wat hij of zij allemaal kan doen nu hij of zij 4 maanden is:
- Je baby probeert de voeten vast te pakken en stopt de tenen in de mond.
- Wat je kind ziet, wil hij of zij pakken. Dat kost soms nog veel moeite. Kijk maar eens naar dat gespannen gezicht.
- Je kind kan liggend op de buik het hoofd een tijdje omhoog houden. Wat later kan je kind op je schoot zitten, als je je kind goed ondersteunt.
- Je kind stopt alles in de mond, ook vingers en speelgoed. Door te ‘proeven’ ontdekt je kind alle nieuwe vormen. Zorg ervoor dat je kind geen gevaarlijke dingen in de mond kan stoppen waardoor het zich kan verslikken. Let op kralen, kleine onderdelen van speelgoed en stukjes eten. Speelgoed moet groter zijn dan 3,5 centimeter.
Op de buik liggen en omrollen
Als je baby op zijn buik ligt, ziet hij de wereld eens op een andere manier. Het is goed voor de ontwikkeling van je kind als je de buikligging aanmoedigt. Leg je baby af en toe op de buik als hij of zij wakker is. Oefen de buikligging alleen als je er bij bent. Vanuit buikligging ontdekt je baby hoe hij of zij zich kan omrollen.
Ogen en handen baby
De ogen en handen gaan in het eerste jaar steeds beter samenwerken. Je kind leert dat hij of zij iets kan doorgeven van de ene hand naar de andere hand. De fijne motoriek wordt al een stuk beter. Je kind leert ook kleinere voorwerpen vastpakken. Eerst pakt je kind iets met de hele hand, een poosje later leert hij of zij om een klein voorwerp met duim en wijsvinger op te pakken. Rond 9 maanden kan je kind zelfstandig uit een beker drinken.
Gebaren baby
Als de ogen en handen eenmaal goed samenwerken, gaat je baby ook in de handen klappen en zwaaien. Je kind maakt steeds beter duidelijk wat hij of zij wil door te wijzen en gebaren te maken.
Zitten, kruipen en staan
Je kind leert zitten en kruipen. Vóórdat je baby kan kruipen is het tijd voor een traphekje. Kijk dus goed of hij of zij al op de handen begint te steunen.
Veel kinderen kunnen kort nadat ze hebben leren kruipen ook ergens op klimmen. Je kind gaat zich optrekken om te gaan staan. Daarna gaat je kind langs de tafel lopen. Je kind houdt zich vast en kan soms al even los staan. Dat zijn belangrijke nieuwe ontwikkelingen. Je kind ziet de wereld nu heel anders. Hij of zij kan meer, ziet meer en ontdekt meer.
Leren lopen
De eerste stapjes van je kind zijn een fantastische ervaring. Voor je kind en voor jou. Bij het leren lopen zet je kind eerst de tenen op de grond of zet hij of zij de voeten plat neer. Als je kind veel oefent, bijvoorbeeld met een loopwagen, gaat het lopen steeds makkelijker. Zo leert je kind later ook rennen, klimmen en klauteren.
Ruimte om te bewegen
Voor een goede motorische ontwikkeling heeft je baby letterlijk ruimte nodig. Daarom is het belangrijk dat je baby niet te vaak en niet te lang achterelkaar in een buggy, autostoel of kinderstoel zit. Dat is ook te zwaar voor de rug van je baby.
Je kunt de motorische ontwikkeling van je baby aanmoedigen door beweegspelletjes met je kind te spelen. Kijk eens op Allesoversport.nl.
Kruipen, lopen en veiligheid
Wanneer je kind eenmaal kan kruipen en lopen, wordt de veiligheid in en om het huis natuurlijk steeds belangrijker. Kijk ook op Kinderveiligheid.nl waar je bij elke mijlpaal rekening mee moet houden.