Na de bevalling wordt de navelstreng doorgeknipt en komt de placenta eruit. Wat gebeurt er nog meer na de bevalling? En wat zegt de Apgar-score over de gezondheid van je baby?
Navelstreng afklemmen
Na de geboorte zit de baby nog even vast aan de navelstreng van de moeder. Vlak na de geboorte stroomt er nog bloed door de navelstreng naar je baby. Je baby gaat nu zelf ademen, dus de navelstreng is niet meer nodig. Na een paar minuten houdt de navelstreng op met kloppen en stroomt er geen bloed meer door.
De arts of verloskundige klemt de navelstreng af met een klem. Vaak mag de partner of een ander vertrouwd persoon die bij de bevalling is, de navelstreng doorknippen.
Geboorte placenta
Enkele minuten tot een uur nadat je baby is geboren, volgt de placenta, ook wel nageboorte of moederkoek genoemd. Soms glijdt deze heel makkelijk naar buiten, maar meestal moet de vrouw die net is bevallen even mee persen. De moederkoek zit vast aan de binnenkant van de baarmoeder. De verloskundige of de arts geeft soms een injectie om de nageboorte te versnellen.
Als de placenta eruit is, controleert de verloskundige of de arts of deze compleet is. Er mogen geen stukjes in de baarmoeder blijven zitten, want dat kan ontstekingen of bloedingen geven.
Hechting onder verdoving
Als de nageboorte er is, kijkt de verloskundige of de moeder gehecht moet worden. Daarvoor geeft ze een verdoving. De hechtingen lossen na een aantal dagen vanzelf op. Hechtmateriaal dat niet oplosbaar is, wordt na een week tijdens een controle verwijderd.
Op deverloskundige.nl lees je meer over hechtingen.
De eerste voeding
Kort na de bevalling kan de baby voor het eerst aan de borst drinken. Je baby is dan heel wakker en wil graag zuigen. Dat is een goed moment om te oefenen, en zo leer je elkaar als moeder en kind alvast kennen. Houd je kindje lekker vast en streel het zachtjes. Dat geeft je baby een veilig gevoel.
Wil of kan de moeder geen borstvoeding geven? Dan kan de baby kunstvoeding krijgen, die goed is voor pasgeboren baby’s. Dit geef je in een fles.
Lees hier alles over borstvoeding tijdens de eerste dagen.
Bloedverlies na de bevalling
Als je net bevallen bent, blijf je nog een paar weken bloed verliezen. In het begin is het bloed helderrood en soms verlies je veel bloed. Na een tijdje verlies je minder bloed en heeft het een roze of bruine kleur.
Je verliest na een bevalling bloed door de wond op de plek waar de moederkoek zat. Die wond geneest langzaam doordat de baarmoeder nog samentrekt. Die samentrekkingen kunnen soms voelen als weeën. Dat noemen we naweeën.
Lees op de verloskundige.nl meer over naweeën.
Onderzoek baby: de Apgar-score
Direct na de geboorte wil de verloskundige of gynaecoloog weten hoe het met je baby gaat. Hij of zij kijkt naar de ademhaling, spierspanning, reflexen, kleur van de huid en de hartslag van je baby. Voor elk van deze onderdelen krijgt je baby maximaal 2 punten. Bij elkaar opgeteld vormen die punten de Apgar-score.
Het onderzoek is ontwikkeld door dokter Virginia Apgar. De letters van de naam Apgar staan voor alle onderdelen van het onderzoek:
A: huidskleur
De A staat voor appearance: de kleur van de huid. De huidskleur kan bijvoorbeeld blauwgrijs of bleek zijn. Dit is niet goed. De huidskleur is goed wanneer die normaal roze is.
P: hartslag
De P staat voor pulse: de pols- of hartslag. Geen hartslag is niet goed. Over minder dan 100 slagen per minuut zullen er misschien zorgen zijn. Meer dan 100 slagen per minuut is het best.
G: reactie op prikkels
De G staat voor grimace: de reactie op prikkels. Als de baby niet reageert, is dat niet goed. Als hij of zij wat beweegt, is dat beter, maar het beste is als de baby gaat huilen of trekken als reactie op bijvoorbeeld een (kleine) pijnprikkel.
A: activiteit
De A staat voor activity: activiteit. Als de baby niet beweegt, is dat niet goed. De armen en benen een beetje bewegen is beter. Actieve beweging van de armen en benen is natuurlijk het beste.
R: ademhaling
De R staat voor respiration: ademhaling. Geen ademhaling is natuurlijk helemaal niet goed. Een trage of onregelmatige ademhaling is iets beter, maar geeft nog zorgen. Een sterke, regelmatige ademhaling en krachtig huilen is goed.
De Apgar-score berekenen
De baby krijgt voor elk onderdeel 0, 1 of 2 punten. Een totaal aantal punten tussen 7 en 10 is normaal. Een score van 4 punten of minder geeft zorgen. Dan is er onmiddellijk hulp nodig. De verloskundige of gynaecoloog weet wat er moet gebeuren.
Het onderzoek wordt drie keer gedaan: 1, 5 en 10 minuten na de geboorte. Het is niet vreemd als je baby bij het eerste onderzoekje nog geen hoge score heeft. Het is de bedoeling dat de baby bij de tweede en derde keer van de test een steeds hogere score krijgt.