Jonge kinderen plassen nog weleens in bed. Waarom plast een kind in bed? En hoe help je je kind om niet meer in bed te plassen?
Bedplassen is normaal
Jonge kinderen worden nog niet altijd ’s nachts wakker om te plassen. Plast jouw kind ook nog wel eens in bed? Dit is helemaal niet raar. Ongeveer 15 procent van de kinderen tussen 5 en 6 jaar plast een of meer keren per week in bed. Bij jongens komt bedplassen vaker voor dan bij meisjes. Als je kind ouder wordt, verdwijnt het bedplassen vaak vanzelf.
Waarom plast een kind in bed? Oorzaken
Er is geen duidelijke reden waarom een kind in bed plast. Het is tot nu toe niet bewezen dat het door emotionele spanningen komt. Misschien merk je dat je kind heel diep slaapt. Vaak komt het bedplassen meer in de familie voor. Er is bijna nooit een medische oorzaak. Zeker niet wanneer het kind:
- overdag droog is;
- overdag drie tot acht keer plast;
- nooit blaasontsteking heeft gehad;
- met een normale straal op de wc plast.
Heel soms plast een kind in bed omdat het lichaam ‘s nachts te veel plas maakt. Sommige kinderen kunnen ’s nachts hun plas niet ophouden, omdat ze last van verstopping hebben. Ze kunnen dan niet altijd goed poepen. Denk je dat er een medische oorzaak is voor het bedplassen? Ga dan naar de huisarts.
Schaamte voor bedplassen
Kinderen die ’s nachts in bed plassen schamen zich daar vaak voor. Ze durven bijvoorbeeld niet bij een vriendje of vriendinnetje te logeren of op vakantie te gaan. Hoe ouder kinderen worden, hoe vervelender ze het bedplassen vinden. Ook voor jou als ouder is het lastig. Je moet regelmatig ’s nachts je kind en het beddengoed verschonen en extra wassen.
Wat kun je doen tegen bedplassen? Tips
- Leer je kind een vast ritme om naar de wc te gaan. Bijvoorbeeld bij het opstaan, voor het naar school gaan, tussen de middag, na school, voor of na avondeten en voor het slapen. Zorg dat je kind rustig kan zitten en geen dwang voelt;
- Vertel je kind vriendelijk en positief dat het de bedoeling is dat het bed droog blijft;
- Gebruik geen luier. Je kind kan dan denken dat bedplassen erbij hoort;
- Geef geen straf als je kind in bed heeft geplast. Bedplassen doen kinderen niet expres;
- Geef je kind een compliment als hij of zij een nacht droog is gebleven;
- Wees geduldig en zet je kind niet onder druk. Bedplassen gaat niet binnen een paar dagen over;
- Geef je kind ook ’s avonds genoeg te drinken. Als hun blaas te leeg is, voelen kinderen ’s nachts niet dat ze moeten plassen. Zo leren ze het gevoel niet goed kennen;
- Kinderen zijn soms bang om ’s nachts uit bed te komen. Praat hierover met je kind;
- Slaapt je kind hoog? Laat hem of haar dan een tijdje op de grond slapen. Zo is het makkelijker om uit bed te komen om te plassen.
Hulp bij bedplassen
Willen jij en je kind iets doen aan het bedplassen? Dat kan op verschillende manieren. Heeft je kind klachten met plassen of poepen? Overleg dan eerst met de huisarts. Lichamelijke klachten zoals niet goed kunnen poepen kunnen zorgen dat een kind in bed blijft plassen. Is er geen medische reden voor het bedplassen? Dan kun je een bedplas-aanpak gebruiken.
Bereid je kind goed voor op wat jullie gaan doen. Hou de aanpak vol. Probeer het minstens acht weken, om te zien of je kind er goed op reageert. Elk kind doet dit anders. Soms is er heel snel resultaat, soms heeft je kind meer tijd nodig.
Kies de aanpak die het best bij jou en je kind past. Twijfel je al in het begin? Dan is de kans groot dat het niet lukt. Kies een goed moment om te starten. Zijn jullie druk met andere dingen, zoals een verhuizing? Dan is het meestal geen goed moment. Een vakantie kan juist wel een goed moment zijn.
Opnemen of wek-aanpak bij bedplassen (tot 6 jaar)
Soms werkt het goed om je kind ’s avonds wakker te maken om hem of haar te laten plassen. Zo maak je de tijd die je kind droog moet blijven kleiner. En lukt het je kind misschien om droog te slapen. Dat geeft je kind een goed gevoel.
Maak je kind ongeveer twee tot drie uur na het inslapen wakker en laat hem of haar plassen. Bijvoorbeeld als je zelf naar bed gaat. Het is belangrijk dat je kind dan redelijk wakker is. En beseft dat hij of zij moet gaan plassen. Een manier om dit te controleren is om voor het slapen gaan een wachtwoord af te spreken. Vraag je kind bij het wakker maken het wachtwoord te zeggen. Laat je kind zoveel mogelijk zelf doen wat hij of zij overdag ook doet. Zoals zelf naar de wc lopen en doorspoelen.
Maak je kind niet meer dan één keer per nacht wakker. Is je kind al nat als je hem of haar wakker maakt? Maak je kind dan steeds een kwartier eerder wakker. Tot je het tijdstip hebt gevonden dat je kind nog droog is. Wek je kind nooit eerder dan anderhalf uur na het inslapen.
Blijft je kind een aantal nachten droog? Maak je kind dan niet meer wakker. En kijk of hij of zij zonder wakker maken droog blijft. Spreek samen af bij hoeveel nachten dit is.
Sticker-aanpak bij bedplassen (tot 8 jaar)
Is je kind al wat ouder, en heeft hij of zij al af en toe een droge nacht? Dan kun je de sticker- of kalenderaanpak proberen. Je kind mag elke keer als hij of zij droog is gebleven een sticker op de kalender plakken. Is je kind nat, blijf dan positief en zeg: “Morgen lukt het vast wel weer”. Spreek bijvoorbeeld af dat je kind na tien droge nachten een klein cadeautje krijgt. Dat hoeven geen tien nachten achter elkaar te zijn.
Je kunt deze beloningsaanpak ook gebruiken bij kleinere successen. Is droog slapen een te grote stap, beloon dan iets anders. Bijvoorbeeld dat je kind bij het wakker worden zelf alles doet wat nodig is bij het wakker worden.
Plaswekker-training bij bedplassen (vanaf 6 jaar)
Helpen bovenstaande manieren niet? Je kunt de plaswekker-training proberen. Je kind draagt dan een speciale onderbroek, die een signaal stuurt naar een wekker als de onderbroek vochtig wordt. De wekker gaat dan af, je kind wordt wakker en kan naar de wc. Door de plaswekker leert je kind:
- het gevoel van een volle blaas herkennen;
- wakker worden om naar de wc te gaan of om de plas op te houden.
Het kan een paar weken duren voordat je succes ziet. Het succes kan zijn:
- je kind wordt wakker van de wekker;
- de plaswekker gaat later en minder vaak af;
- je kind plast minder vaak in bed;
- je kind heeft minder natte nachten.
Bij deze aanpak helpt goede begeleiding. Je kunt hiervoor terecht bij de Jeugdgezondheidszorg, je huisarts of de fabrikant van de plaswekker.
Hebben jullie de plaswekker acht weken gebruikt en helpt het niet (genoeg)? Stop er dan mee. Probeer het over een tijd nog een keer.
Gaat het een tijd goed en gaat het daarna minder goed? Doe de training nog een keer. Met de plaswekker-training wordt 70% van de kinderen ’s nachts droog. Maar soms duurt het even.
Blaastraining
Plast je kind vaker dan acht keer per dag? Dan kun je een blaastraining doen. Tijdens een blaastraining leert je kind om langer de plas op te houden. Vraag hierover advies bij de Jeugdgezondheidszorg of bij de huisarts.
Hulp van de huisarts bij bedplassen
Helpen deze tips niet? Overleg met de huisarts. Soms helpen medicijnen.
Kijk voor meer informatie op Thuisarts.nl of Kenniscentrumbedplassen.com.
In dit filmpje legt Fiona uit hoe je er samen met je kind voor zorgt dat je kind niet meer in bed plast:
De youtube video wordt niet getoond omdat de cookies niet zijn geaccepteerd. Ga naar https://www.youtube-nocookie.com/embed/IznvFOSFQew?rel=0 om hem alsnog te bekijken.