Basisschoolkind
Seksuele voorkeur mood picture

Seksuele voorkeur

Een kind kan op jongens of meisjes verliefd worden. Of op allebei. Dat heet seksuele voorkeur. Hoe ga je om met de seksuele voorkeur van je kind? En hoe kun je je kind helpen met vragen of zorgen?

Valt een kind op jongens of meisjes?

Of kinderen verliefd worden op jongens of meisjes ligt al vast bij de geboorte. Ze kiezen die niet zelf. Daar zijn psychologen, psychiaters en artsen het over eens. Waar ze op vallen wordt duidelijk als ze verliefd worden. Kinderen kunnen gaan fantaseren over wie ze leuk vinden tussen 10 en 12 jaar. Dat kan een jongen of een meisje zijn. Je kind kan in de puberteit of eerder ontdekken dat het hetero, homo- of biseksueel is. Of nog iets anders.

Er zijn verschillende seksuele voorkeuren:

  •  Alleen verliefd worden op iemand van het andere geslacht. Een jongen wordt verliefd op meisjes en een meisje wordt verliefd op jongens.
  • Alleen verliefd worden op mensen van je eigen geslacht. Een jongen die op jongens valt, noemen we homoseksueel. Een meisje dat op meisjes valt noemen we lesbisch.
  • Verliefd worden op jongens en op meisjes. Dat noemen we biseksueel.
  • Verliefd worden op een persoon. Het maakt dan niet uit of het een jongen of meisje is. Dat noemen we panseksueel.

Soms kunnen kinderen op de basisschool al zeggen of ze op jongens of meisjes vallen. Meestal weten ze dit pas echt in de puberteit.

Sommige mensen denken dat jongens die zich ‘meisjesachtig’ gedragen, homoseksueel zijn. En dat meisjes die zich ‘jongensachtig’ gedragen, lesbisch zijn. Dit is niet zo. Meisjes kunnen ook prima ‘jongensdingen’ leuk vinden. En andersom. Dit heet genderexpressie.

Hoe steun je een kind dat homo, lesbisch of biseksueel is?

Merkt je kind dat hij of zij gevoelens heeft voor iemand die net als hij of zij jongen of meisje is? Dan kan je kind daarvan in de war raken. Zeker als de omgeving dit afkeurt of belachelijk maakt. Niet in alle culturen of religies worden homo, lesbisch of bi zijn geaccepteerd.

Vertel je kind dat er niets mis mee is als je als meisje op meisjes of als jongen op jongens valt. Of allebei. Geef je kind de tijd om alles wat hij of zij voelt en denkt een plek te geven. Dring niet aan op een gesprek als je kind er nog niet aan toe is. Het kan nog lang duren voordat je kind erover kan of wil praten.

Steun je kind, op wie hij of zij ook valt. Praat open over verschillende vormen van seksualiteit. Daarmee geef je aan dat iedereen anders mag zijn. En dat dat oké is. Weet je kind dat jij iedere vorm van liefde accepteert, dan voelt dat veilig. Je kind zal het dan minder eng vinden om over de eigen gevoelens te praten, als hij of zij daar aan toe is. Op Seksueleopvoeding.info lees je tips om te praten over seksuele voorkeur en genderidentiteit.

Weet je niet goed wat je moet vinden van de seksuele voorkeur van je kind? Of weet je niet genoeg van LHBTIQ+? Op Iedereenisanders.nl lees je hoe je je kind steunt bij zijn of haar seksuele voorkeur en genderidentiteit.

Maak je je zorgen over waar je kind op valt?

Misschien ben je bang dat homo- of biseksualiteit van je kind niet door iedereen geaccepteerd wordt. Soms word je kind misschien gediscrimineerd of slecht behandeld, omdat hij of zij een bepaalde seksuele voorkeur heeft. Sommige mensen denken dat ‘homoseksualiteit een ziekte is’ die ‘met therapie wel overgaat’. Of dat je kiest om homo of lesbisch te zijn. Het is allemaal niet waar. Je kunt niet kiezen op wie je verliefd wordt. Dat is bewezen met wetenschappelijk onderzoek.

Meer weten over homo, lesbisch of biseksueel zijn?

Rutgers heeft voor scholen een handreiking ‘Sekse, gender en seksuele diversiteit’. Daarin worden sekse, gender en seksuele diversiteit uitgelegd. Ook kun je meer lezen over LHBTIQ+ (lesbisch, homo, bi+, transgender, intersekse en queer).