Kinderen leren taal van ouders, vriendjes en op school. Wat doe je als je kind een taalachterstand heeft, bijvoorbeeld omdat je uit een ander land komt? En hoe ga je om met een taalontwikkelingsstoornis?
Hoe begin je met taal leren?
Kinderen leren taal door te praten met de mensen om zich heen. Ze moeten ook moeilijke woorden en lange zinnen horen. Dit is belangrijk voor de taalontwikkeling. Lees meer over taalontwikkeling.
Kinderen leren veel over taal op de basisschool. Ze leren een verhaal of gebeurtenis begrijpen en navertellen, hun mening geven, een spreekbeurt houden. En ze leren schrijven, lezen, spelling en nog veel meer.
Soms gaat het leren van taal minder makkelijk. Als je kind een taalachterstand heeft, een taalontwikkelingsstoornis (TOS) of afasie, dan is het belangrijk zo snel mogelijk hulp in te schakelen.
Lees meer over leren lezen
Lees meer over leren schrijven
Waarom heeft een kind een taalachterstand?
Praat je kind bij het begin van groep 1 nog niet goed Nederlands? Dat kan meerdere redenen hebben:
- Je kind heeft weinig Nederlands gehoord en gesproken;
- Er wordt thuis weinig gepraat en weinig voorgelezen;
- Je kind leert wat minder snel of is niet zo goed in taal;
- Je kind is dyslectisch;
- Je kind is doof of slechthorend.
Een taalachterstand is niet jouw schuld. Kinderen opvoeden is lastig en niet alle kinderen zijn even snel.
Wat kun je doen bij een taalachterstand?
Komen jullie uit het buitenland? Dan spreekt jullie kind de taal van dat land waarschijnlijk goed. Het is belangrijk dat je kind ook goed Nederlands leert. Veel scholen hebben extra aandacht voor Nederlandse taal. Dan leert je kind zo snel mogelijk de taal. En is het straks makkelijker voor je kind op school.
Taal leren voor de basisschool: vroegschoolse educatie
Er zijn scholen die speciale programma’s hebben voor het leren van de taal voor kinderen tussen de 2 en 4 jaar. Dit heet vroegschoolse educatie. Ook Nederlandse kinderen met een taalachterstand kunnen meedoen.
Taal leren op de basisschool: remedial teaching
Sommige kinderen krijgen op school extra les om beter in Nederlands te worden. Bijvoorbeeld remedial teaching. Dit is een lesprogramma speciaal gemaakt voor jouw kind. Zo leert je kind zo snel mogelijk net zo goed te praten als andere kinderen van de klas.
Taalontwikkelingsstoornis
Soms spreekt je kind de taal niet goed omdat hij of zij minder aanleg heeft om taal te leren. Dit heet taalontwikkelingsstoornis (TOS). Het leren van taal gaat dan niet vanzelf, en het is niet duidelijk waarom. Ongeveer vijf procent van de mensen heeft een taalontwikkelingsstoornis. Je kind kan moeite hebben met praten of met het begrijpen van taal. Woorden klinken anders, of je kind hoort zelf niet wat er goed of fout is in een zin. Veel kinderen met taalproblemen krijgen ook moeite met lezen.
Lees op Kentalis.nl hoe je een TOS bij je kind kunt herkennen.
Lees op Kindentaal.nl meer over spraak- en taalontwikkeling.
Een taalachterstand komt niet altijd door een taalontwikkelingsstoornis. Er kunnen ook andere oorzaken zijn. Heb je vragen? Stel ze aan de Jeugdgezondheidszorg of de huisarts. Misschien kan een logopedist je helpen.
Dysfasie
Dysfasie is een stoornis in de ontwikkeling van spraak en taal in de hersenen. Je kind begrijpt meestal meer dan hij of zij zelf kan zeggen. We weten niet hoeveel kinderen dysfasie hebben.
Zo herken je dysfasie:
- Je kind begrijpt anderen wel, maar praat zelf weinig of slecht. Het kind moet zoeken naar de juiste woorden en zegt dan net iets anders dan hij of zij bedoelt;
- Gedachten en gevoelens uitdrukken is moeilijk;
- Een duidelijk verhaal vertellen is lastig. Je kind springt van het ene onderwerp over naar het andere onderwerp;
- Een gesprek voeren of een vraag beantwoorden is moeilijk. Je kind vertelt liever iets uit zichzelf;
- Sommige kinderen met dysfasie zijn moeilijk te verstaan;
- Veel kinderen met dysfasie hebben problemen met bewegen.
Heeft je kind dysfasie? Spreek hem of haar aan op het niveau van hun leeftijd. Ze begrijpen wel wat je zegt.
Hulp bij taalproblemen
Bij dysfasie is goede begeleiding belangrijk. Een zorgverlener kan jou en je kind helpen bij het communiceren. Dysfasie verdwijnt niet, maar met de juiste hulp kan je kind zich zo goed mogelijk ontwikkelen.
Maak je je zorgen over de taalontwikkeling van je kind? Praat er eens over met de leerkracht op school. Of bespreek het met de Jeugdgezondheidszorg of de huisarts. Soms stuurt de arts je door naar iemand die veel weet van taalproblemen. Bijvoorbeeld een audiologisch centrum of een logopedist.