Basisschoolkind
Verlegen mood picture

Verlegen

Verlegen zijn als kind is normaal. Maar soms heeft je kind er last van. Wat kun je doen om je verlegen kind te helpen? En wat kun je beter niet doen. als je kind verlegen is?

Verlegen zijn is normaal

Je kind is misschien verlegen als hij of zij iemand ziet die hij of zij niet kent. Of in een onbekende situatie. Misschien trekt je kind zich terug en zegt niets meer. Je kind heeft dan tijd nodig om zich veilig en vertrouwd te voelen.

Veel kinderen worden na een tijd minder verlegen. Je kind kan ook verlegen zijn door zijn of haar karakter. Het is niet erg als je kind verlegen is, als hij of zij er zelf geen last van heeft. Vindt je kind het vervelend? Dan kun je hem of haar helpen.

Wat verlegenheid betekent, kan verschillend zijn voor mensen. Wat voor de ene persoon verlegen is, is voor iemand anders beleefd. Dat kan te maken hebben met waar je vandaan komt of wat je cultuur is. Ook vinden mensen verlegenheid bij meisjes soms minder een probleem dan bij jongens.

Waardoor kan je kind verlegen zijn?

Een kind kan ook verlegen zijn om allerlei redenen. Bijvoorbeeld:

  • Omdat hij of zij zich onzeker voelt, of weinig zelfvertrouwen heeft. Kijk waar je kind zich wel zeker bij voelt. Wat kan je kind goed? Stimuleer je kind hierbij;
  • Door de leeftijd. Soms wordt een kind minder verlegen als het ouder wordt
  • Door zijn of haar karakter.

Hoe kun je je verlegen kind steunen?

  • Help je kind voorzichtig door spannende situaties heen;
  • Maak dingen duidelijk. Vertel bijvoorbeeld waar jullie heen gaan en wie daar is;
  • Laat zien dat je vertrouwt dat je kind zich redt in nieuwe situaties;
  • Bespreek samen wat je kunt doen in een spannende situatie. Laat je kind daarna wel los en vertrouw erop dat hij of zij zich redt;
  • Maak tijd voor je kind als hij of zij zich terugtrekt. Praat erover met elkaar. Zo voelt je kind zich begrepen en gesteund;
  • Knuffel je kind veel. Knuffelen is goed tegen stress;
  • Doe samen dingen waarbij het niet belangrijk is wie er wint of het best presteert;
  • Zorg dat je kind regelmatig andere mensen ontmoet, zodat de wereld van je kind groter en minder eng wordt;
  • Laat zien dat je zelf ook op moeilijke situaties afgaat. Vertel je kind hoe je je voelde in een spannende situatie en hoe je het hebt opgelost;
  • Geef je kind een compliment als hij of zij stappen neemt. Vertel dat je wist dat je kind die stap kon zetten;
  • Doe er iets aan als je merkt dat je kind wordt gepest. Wat kun je doen bij pesten?

Wat kun je beter niet doen als je kind verlegen is?

Was je vroeger zelf verlegen en wil je je eigen kind dat besparen? Of ben je zelf juist heel anders, spontaan en makkelijk in de omgang? Misschien spoor je je kind extra aan om minder verlegen te zijn. Dat kan vervelend zijn voor je kind. Sta stil bij je eigen gevoelens en probeer je in te leven in wat je kind voelt. Zie de stappen die je kind wél zet. En waardeer die.

Andere dingen die je beter niet kunt doen:

  • Besteed niet te veel aandacht aan de verlegenheid;
  • Noem je kind niet verlegen waar hij of zij bij is. Laat anderen je kind ook niet verlegen noemen;
  • Bescherm je kind niet te veel door hem of haar weg te houden van moeilijke situaties;
  • Probeer niet voor je kind te praten. Help je kind niet te veel;
  • Word niet boos en dwing je kind niet om door te zetten als hij of zij bang is. Dit maakt je kind onzeker en boos;
  • Dwing je kind niet en zeg ook geen dingen als: ‘Ik word verdrietig als je die meneer geen hand geeft.’.

Is je kind afwachtend?

Sommige kinderen wachten eerst even voordat ze meedoen. Dat is niet erg, als ze daar zelf tevreden mee zijn. Zie je dat je kind mee wil doen, maar dat eigenlijk niet durft? Dan kun je je kind hierbij helpen:

  • Geef je kind de kans om in het eigen tempo iets nieuws te doen of met nieuwe mensen om te gaan. Leg uit wat er gaat gebeuren en stel je kind op zijn of haar gemak;
  • Geef je kind genoeg tijd om te kijken wat er gebeurt en na te denken. Je kunt daarna een keer aanmoedigen om mee te doen;
  • Zeg dat het niet erg is om fouten te maken. Dat je iets mag proberen, dat je vragen mag stellen of hulp mag vragen.
  • Laat zien dat je daar vertrouwen in hebt.

Is je kind bang voor onbekende mensen?

Gewone verlegenheid is anders dan angst voor anderen. Een kind raakt dan in paniek als hij of zij een kamer binnen moet met onbekende mensen. Merk je dit bij jouw kind? Vraag om advies bij de Jeugdgezondheidszorg.