Zelfvertrouwen

Wie genoeg zelfvertrouwen heeft, gelooft in zichzelf en in wat hij of zij kan. ‘Ik kan en durf dat zelf.’ Een kind met zelfvertrouwen voelt meestal ook dat hij of zij ‘waarde’ heeft. Dit wordt ook wel zelfwaardering genoemd of een positief zelfbeeld hebben.

Een kind met een positief zelfbeeld en zelfvertrouwen probeert dingen uit, ook als het gaat om lastige dingen zoals bijvoorbeeld een koprol maken. Als zoiets lukt, maakt dat het zelfvertrouwen nog sterker.

Zelfvertrouwen opbouwen

Zelfvertrouwen heb je niet vanzelf. Ieder kind moet bouwen aan het zelfvertrouwen. Niet alleen kinderen, die onzeker of verlegen zijn. Je kunt je kind helpen met zelfvertrouwen opbouwen. Geef je kind veel liefde en aandacht. Kinderen hebben het nodig om te voelen dat ze belangrijk zijn voor hun ouders, familie en omgeving. Het is goed om je kind complimenten te geven.

Kinderen vinden het fijn als je iets van hen verwacht. Ze willen graag dat jij ziet hoeveel ze al kunnen. Maar verwacht geen dingen die kinderen niet kunnen waarmaken. Dat breekt zelfvertrouwen af. Kinderen krijgen dan het gevoel dat ze niet goed genoeg zijn. Verwacht aan de andere kant ook niet te weinig.

Laat duidelijk merken dat je vertrouwen hebt in je kind en wat hij of zij allemaal kan. Dat helpt het zelfvertrouwen opbouwen.

Help je kind zelfvertrouwen opbouwen

Heeft je kind nog weinig zelfvertrouwen? Dan kun je met deze tips helpen dat zelfvertrouwen op te bouwen. Heb geduld, want zelfvertrouwen opbouwen gaat langzaam, maar het is zeker de moeite waard.

• Liefde: geef je kind zo veel mogelijk liefde. Steun je kind en help hem of haar waar het nodig is.
• Luisteren: geef je kind aandacht. Luister naar alle verhalen en toon interesse in de dingen, die je kind doet.
• Humor: leer je kind dat hij of zij ook om zichzelf mag lachen. Lach samen, met elkaar en om elkaar als er iets fout gaat, bijvoorbeeld als je melk over de rand van je beker schenkt.
• Geef het goede voorbeeld: laat je kind zien dat jij zelf ook positief denkt over jezelf en moeilijke dingen met vertrouwen aanpakt.
• Begrip: praat met je kind. Zo weet je kind dat jij begrijpt waar hij of zij mee bezig is en wat hij of zij belangrijk vindt.
• Vertrouwen: laat je kind merken dat jij weet dat hij of zij allerlei dingen kan. Verwacht niet te weinig en niet te veel.
• Respect: beloon je kind voor moed. Een kind dat bang is voor de tandarts maar toch meegaat, verdient bijvoorbeeld een compliment of kleine beloning.
• Complimenten: geef je kind complimenten als hij of zij iets moeilijks probeert, ook als het mislukt. Reageer positief op wat je kind doet: ‘Goed je best gedaan!’ Reageer niet op het resultaat, maar op het plezier dat je kind heeft gehad of op hoe hij of zij heeft meegedaan. Vraag ook hoe je kind zelf vond dat het ging.
• Let niet te veel op wat er niet goed gaat. Besteed alleen als het echt nodig is aandacht aan wat er niet goed is gegaan, en hoe dat beter zou kunnen.
• Help je kind om iets wél te kunnen. Geef je kind taken die passen bij de leeftijd. Laat je kind zoveel mogelijk zelf doen, geef hem of haar de kans zelfstandig te worden.
• Op Psychogoed.nl lees je meer tips om je kind te helpen bij het zelfvertrouwen opbouwen.