Groei info/basisschoolkind/ontwikkeling/sociaal emotionele ontwikkeling/verlegenheid
Verlegen mood picture

Verlegen

Je kind is misschien verlegen als het iemand ziet, die het niet kent of in een onbekende situatie komt. Veel kinderen groeien over hun verlegenheid heen. Als je kind er last van heeft, kun je je kind helpen.

Normaal

Een kind voelt zich soms heel klein in een situatie met vreemden. Het trekt zich dan terug en zegt niets meer. Je kind heeft dan tijd nodig om zich veilig en vertrouwd te voelen. Verlegenheid heeft vaak met karakter te maken. Het is niet erg als je kind zich teruggetrokken gedraagt, zo lang het er zelf geen last van heeft. Als je kind het zelf vervelend vindt, probeer het dan te helpen om  weerbaarder te worden.

Cultuur en sekse

Wat de een verlegen noemt, noemt de ander beleefd. Dat hangt met cultuur samen. Ook vindt men verlegenheid bij meisjes vaak minder een probleem dan bij jongens.

Onzekerheid

Een kind kan ook verlegen zijn doordat het zich onzeker voelt, of weinig zelfvertrouwen heeft. Probeer te ontdekken waarin je kind zich wel zeker voelt, wat het goed kan en stimuleer je kind daarbij. Doe samen dingen waarbij het niet belangrijk is wie er wint of het best presteert. Zorg dat je kind regelmatig andere mensen ontmoet, zodat de wereld van je kind groter en minder eng wordt.

Probeer je kind te begrijpen

Is je kind te verlegen of past dit bij zijn leeftijd? Heeft de verlegenheid met zijn temperament of onzekerheid te maken? Heeft je kind er zelf last van? Of valt dat wel mee? Wordt je kind ermee gepest? Praat er met andere mensen over, zonder dat je kind daar bij is.

Denk na over hoe je zelf bent

Was je vroeger zelf verlegen en wil je je eigen kind dat besparen? Misschien spoor je je kind extra aan? Dat kan tot irritatie leiden. Je kunt je kind ook als meer verlegen inschatten dan het eigenlijk is. Of misschien ben je zelf juist heel anders, spontaan en makkelijk in de omgang? Vind je de verlegenheid van je kind vervelend? Sta stil bij je eigen gevoelens en probeer je in te leven in wat je kind voelt. Probeer de stappen die je kind wél zet te zien en te waarderen.

Hoe kun je je kind steunen?

  • Help je kind op een zachte manier door angstwekkende situaties heen.
  • Maak het onbekende bekend. Vertel bijvoorbeeld waar jullie heen gaan en wie daar is.
  • Straal vertrouwen uit dat je kind zich redt in nieuwe situaties.
  • Bespreek samen wat je kunt doen in een angstige situatie. Laat je kind daarna wel los en vertrouw erop dat het zich redt.
  • Maak tijd voor je kind als het zich teruggetrokken gedraagt. Praat erover. Je kind voelt dan zich begrepen en gesteund.
  • Knuffel je kind veel, want knuffelen is goed tegen stress.
  • Geef zelf het goede voorbeeld en laat zien dat je zelf ook op moeilijke situaties afgaat. Vertel je kind hoe je je voelde in een spannende situatie en hoe je het hebt opgelost.
  • Complimenteer je kind met de stappen die het neemt. Niet overdreven enthousiast, maar vertel dat je wist dat je kind die stap kon zetten.
  • Onderneem actie als je merkt dat je kind wordt gepest.

Wat kun je beter niet doen?

  • Besteed niet te veel aandacht aan de verlegenheid en het teruggetrokken gedrag.
  • Noem je kind niet verlegen en sta ook niet toe dat anderen je kind verlegen noemen.
  • Bescherm je kind niet teveel door het weg te houden van moeilijke situaties.
  • Neem niet steeds zelf het voortouw of help je kind niet te veel.
  • Wees niet boos en dwing je kind niet om tegen de angst door te zetten. Dit maakt je kind onzeker en boos.
  • Dwing je kind niet en zeg ook geen dingen als: “Ik word verdrietig als je die meneer geen handje geeft.”

Verlegenheid en angst

Gewone verlegenheid is anders dan extreme angst die zich soms uit in sociale angst. Een kind raakt dan in paniek als het een kamer binnen moet met allemaal vreemden. Je kind kan dan iets hebben aan een assertiviteitscursus. Praat je kind met mensen die het goed kent, maar lijkt het ‘op slot te gaan’ bij vreemde mensen of in bepaalde situaties? Als je dit bij je kind herkent, kan er sprake zijn van selectief mutisme.