Contact met je peuter

Contact met en aandacht voor je peuter is ontzettend belangrijk. Hierdoor gaat je kind zich veilig voelen, durft het de wereld te ontdekken en krijgt het zelfvertrouwen. We noemen dit ook wel hechting. Kinderen die veilig gehecht zijn, kunnen zich ook ook later beter hechten aan andere mensen. Hoe zorg je voor goed contact? Wat doe je samen, hoe praat je samen? En wat kun je op welke leeftijd verwachten?

Hoe krijg je een goede band met je kind?

• Zeg wat je ziet en doet, zoals aankleden of in bad doen. Reageer op je kind als hij of zij praat of lacht en praat terug.
• Kijk en luister goed naar je kind. Probeer te ontdekken wat je kind denkt, voelt en wil. Zo leer je de signalen steeds beter herkennen en merk je wat je kind nodig heeft. Knuffel als je kind contact wil.
• Neem de tijd om samen dingen te doen. Let ook dan op de signalen van je kind. Als je kind wegkijkt tijdens een spel, is het misschien moe of vindt hij of zij het niet leuk meer. Stop dan met het spel tot je peuter weer zelf aandacht vraagt.
• Is je kind boos of verdrietig? Troost het door rustig met je kind te praten. En door ‘woorden’ te geven aan de emoties van je kind. Dan voelt het zich gezien. En het helpt je kind om later op een goede manier met zijn emoties om te gaan.

Telefoon stoort contact

Zit je vaak op je telefoon als je met je kind bent? Het lijkt alsof dit geen kwaad kan, maar het is niet goed voor de band met je kind. Je peuter is steeds op zoek naar (oog)contact. Hij of zij wil dan even jouw aandacht en weten dat het goed gaat. Dat doet je kind om zich veilig te voelen. Daarna kan hij of zij weer verder spelen. Als je niet op deze signalen reageert, moet je kind het alleen uitzoeken.

Elke keer dat je met je mobiel bezig bent, ben je onbereikbaar voor je kind. Zet meldingen op je telefoon daarom uit, zet het toestel op ‘stil’ of leg hem ver weg als je peuter wakker is. Bekijk je telefoon weer als je kind slaapt.

Tussen 1 en 2 jaar

Als je kind tussen 1 en 2 jaar is, heeft hij of zij meestal een band met de belangrijkste personen in zijn leven. Dat zijn: ouders, grootouders, de oppas en de pedagogisch medewerkers van de kinderopvang. Meestal is de relatie met jou als ouder het belangrijkste. Als je kind moe, bang of verdrietig is, komt hij of zij naar je toe voor bescherming en troost. Als je kind zich fijn voelt, gaat het zelf op onderzoek uit. Je kunt als ouder veel doen om een goede band met je kind op te bouwen.

Vanaf 2 jaar

Tussen 2 en 4 jaar leert je kind praten, wordt het zindelijk en begrijpt het steeds meer van de wereld om hem of haar heen. Het blijft belangrijk dat je met gevoel reageert op de signalen van je kind.

Vanaf 2 jaar raakt je kind meestal niet meteen van streek als jij niet in de buurt bent. Maar ook voor oudere peuters zijn ouders of verzorgers nog steeds het belangrijkst voor bescherming en troost.

Vanaf een jaar of 3 weet je kind wat hij of zij kan verwachten van ouders en andere belangrijke personen. Je kind weet bijvoorbeeld naar wie hij of zij toe kan gaan als hij of zij verdrietig is.

Maak je je zorgen over de band met je kind?

Veel peuters klampen zich wel eens vast aan hun ouders. Of ze zijn bang dat hun moeder of vader niet terugkomt als die even weggaat. Dat hoort bij de normale ontwikkeling. Sommige situaties kunnen erg spannend zijn voor je peuter.
Sommige kinderen kunnen heel dwingend zijn. Ze laten zich helemaal niet kalmeren en het gedrag gaat niet over. Soms voelen kinderen zich zo onveilig dat ze weinig nieuwe dingen durven te proberen. Dit kan betekenen dat je kind niet goed gehecht is.
Maak je je zorgen? Praat er dan eens met andere ouders over. Of met de pedagogisch medewerker van de speelleergroep of het kinderdagverblijf. Als je je toch zorgen blijft maken, zoek dan hulp bij de Jeugdgezondheidszorg of bij je huisarts.