Als een peuter iets heel graag wil, kan het er soms heftig aan toe gaan. Hoe ga je om met eisend gedrag, zoals huilen, schreeuwen of zeuren?
Peuters die hun zin willen
Als een peuter echt iets heel graag wil, vraagt hij of zij het soms met een heel lief stemmetje en grote ogen. Andere kinderen proberen op een negatieve manier hun zin te krijgen, bijvoorbeeld door hard te huilen, te stampvoeten of te zeuren.
Als jouw kind op een negatieve manier iets van je wil, komt dat misschien doordat het nog niet genoeg woorden kent om erom te vragen. Het is onmacht.
- Het is goed om de gevoelens van je kind voor hem of haar uit te spreken. Zeg bijvoorbeeld: “Ik begrijp dat je boos bent, omdat je graag een koekje wilt. Die vind je heel lekker. Maar je krijgt nu geen koekje. Het koekje krijg je vanmiddag bij de thee. We kunnen nu wel samen een appel snijden en opeten.”
- Laat merken dat je luistert naar je kind, dat je het begrijpt. Daarbij geef je meteen de grenzen aan, die jullie hebben afgesproken. Probeer daar zo duidelijk mogelijk in te zijn. Beloof bijvoorbeeld niet dat ‘straks’ iets mag. Want je kind kan niet weten wat straks is? Na het boodschappen doen, voordat broer uit school komt… Dat is wel te begrijpen voor een peuter.
Hoe reageer je op huilen en schreeuwen?
Je kind kan bijvoorbeeld gaan stampvoeten, huilen en schreeuwen.
- Je kunt je kind goed aankijken en op rustige toon zeggen dat het nu moet ophouden en moet luisteren wat je zegt. Eventueel kun je je kind daarbij vasthouden, zodat het je echt móet aankijken.
- Wees consequent en geef niet alsnog toe, want op die manier leren kinderen dat je door te huilen en te schreeuwen je zin krijgt. Ze gaan het dan dus juist vaker doen. Ga vooral zelf niet terugschreeuwen, maar probeer rust uit te stralen.
- Als je kind luistert en zich goed gedraagt, kun je het een compliment geven. Benoem daarbij wat je kind goed doet. Je kind groeit van complimenten en krijgt er zelfvertrouwen van.
Hoe reageer je op hangen en zeuren?
Sommige (oudere) peuters worden hangerig of gaan zeuren, bijvoorbeeld als ze moe zijn en geen zin meer hebben om te winkelen. Ook dat is eisend gedrag.
- Het is belangrijk dat je kind weet waar het aan toe is. Zeg bijvoorbeeld dat je nog naar één winkel gaat en daarna naar huis. Op die manier geef je je kind duidelijkheid.
- Ook kun je je (oudere) peuter al een beetje laten meehelpen, bijvoorbeeld spullen in het winkelwagentje laten leggen. Duidelijkheid en gezelligheid voorkomen driftbuien.
Bouwen aan jullie band
Blijf op een positieve manier met je kind communiceren. Als je kind voelt dat er aandacht is voor zijn behoeften, voelt het zich veilig. Zo wordt jullie band steeds sterker.