Peuter
Verlatingsangst peuter mood picture

Verlatingsangst peuter

Sommige kinderen worden bang als hun vader of moeder weggaat en gaan dan huilen. Dit heet scheidingsangst of verlatingsangst. Het is heel normaal dat je peuter zich aan jou vastklampt of bang is dat je niet meer terugkomt als je even weg gaat. Hoe kun je omgaan met verlatingsangst?

Wat is verlatingsangst?

Kleine kinderen kunnen verlatingsangst hebben door angst voor het onbekende en doordat ze bekende mensen en bekende situaties missen. Peuters kunnen zich verloren en onbegrepen voelen zonder hun ouders.
Bij vertrouwde mensen die hen goed kennen, voelen ze zich veilig: daar kunnen ze van op aan.
Lees over het belang van een goede bang met je peuter.

Als je kind wat ouder is raakt het niet meer zo overstuur als jij weggaat. Je kind kan zichzelf dan geruststellen.

Verlatingsangst is iets anders dan eenkennig zijn. Eenkennig zijn heeft met angst voor vreemden te maken heeft. Lees wat eenkennig zijn is.

Wat kun je doen tegen verlatingsangst?

  • Heb je je kind naar bed gebracht, dan moet het alleen gaan slapen. Om je kind wat veiligheid te bieden kun je op de slaapverdieping nog even wat gaan rommelen. Dan hoort je kind dat je nog in de buurt bent.
  • Het heeft geen zin om boos te worden, want je kind kan er niets aan doen dat het bang wordt.
  • Je kunt vertellen wat je gaat doen en je daar ook aan houden. Bijvoorbeeld dat je even naar de wc gaat en daarna weer terugkomt. Bij terugkomst roep je: ‘Daar ben ik weer. Wat goed dat jij kon wachten.’
  • Je kunt benoemen wat je ziet bij je kind: ‘Je vindt het een beetje moeilijk dat ik nu wegga, he?’
  • Ga nooit zomaar ineens weg zonder afscheid te nemen. Dat kan je kind de volgende keer extra angstig maken. Je kind denkt dan dat je zomaar kan verdwijnen.
  • Je kunt duidelijke afscheidsrituelen maken als je kind naar het kinderdagverblijf of de oppas gaat. Bijvoorbeeld samen nog een puzzeltje maken of een boekje bekijken. Dan zeg je dat je weggaat. Vertel wanneer je je kind weer komt halen (na het spelen, na de boterham, na het slapen) en dat je gaat zwaaien. Maak die afscheidsrituelen niet te lang! Als je kind gaat huilen, laat je het troosten over aan degene bij wie je kind blijft.
  • Het helpt niet om weer terug te komen bij je kind als je ziet dat jouw kind huilt bij het afscheid. Het is dan voor je peuter onduidelijk of je wel of niet weggaat en het huilen wordt ‘beloond’ met jouw terugkeer.

Wat als je kind ’s nachts huilend wakker wordt?

Tussen twee en vier jaar kan je kind allerlei angsten hebben (voor onweer, voor het donker, voor een beest onder het bed). Sommige peuters worden ’s nachts wakker en gaan dan huilen. Dit kan een combinatie zijn van angst voor het donker en scheidingsangst.

  • Ga naar je peuter toe, probeer hem of haar gerust te stellen. Doe geen extra dingen zoals meer drinken of uit bed halen. Houd het contact kort.
  • Je helpt je peuter als je elke dag een vast slaapritueel van ongeveer 20-30 minuten gebruikt. Doe  in een vaste volgorde rustige dingen met je kind. Bijvoorbeeld een boek voorlezen of even praten over de dag. Het laatste deel van het slaapritueel is altijd in de slaapkamer.
    Lees hoe een slaapritueel er uit kan zien.
  • Neem de angsten van je kind serieus. Benoem de angst van je kind en geef een korte uitleg: ‘Ik zie dat je schrikt. Wat een herrie! Een straaljager is een supersnel vliegtuig. Hij vliegt zo hard dat je hem niet kunt zien alleen maar horen. Gek, hè?’