Peuter
Zien en oogtest mood picture

Zien en oogtest

Het is belangrijk om te weten of jouw kind goed kan zien. Daarom krijgt je kind twee keer een oogtest bij de Jeugdgezondheidszorg. Eerst tussen 3,5 en 4 en de tweede tussen 4,5 en 5,5 jaar. Hoe gaat zo’n oogtest? En hoe merk je of jouw kind niet goed ziet? En wat dan?

Oogtest op de leeftijd van 3,5 tot 4 jaar

Als je kind tussen 3,5 en 4 jaar is, wordt de gezichtsscherpte onderzocht. Het is het eerste standaard oogonderzoek. Dit noemen ze ook wel de visusmeting of het visusonderzoek. Er wordt een grote kaart gebruikt met E-vormen waar de pootjes een bepaalde kant op wijzen (de E-Haken kaart). Je kind moet aangeven welke kant de pootjes van de E heen wijzen.

  • Aan de muur hangt de kaart met E’s.
  • Je kind zit bij jou op schoot of mag zelf op een bepaalde afstand van de kaart staan.
  • Een van de ogen wordt afgedekt met een bril.
  • Je kind krijgt een E in handen, of een voorbeeldkaart.
  • De jeugdarts of jeugdverpleegkundige wijst een E op de grote kaart aan.
  • Je kind houdt de E in de handen op dezelfde manier als op de kaart aan de muur, of wijst de juiste E aan op de voorbeeldkaart. Je kind mag de richting ook met de hand aanwijzen.
  • Daarna is het andere oog aan de beurt.
  • Als je kind het lastig vindt, dan kan de jeugdarts ook de LEA symbolenkaart gebruiken.

Heeft je kind geen zin om mee te doen aan de test? Dat is niet erg. Over korte tijd kan er weer een oogtest gedaan worden.

De E-haken (en het brilletje):

Soms oogtest al met 3 jaar

Soms geeft de jeugdarts aan dat je kind al een oogtest kan krijgen als het drie jaar is. Dan gebruiken ze een grote kaart met symbolen, de LEA symbolen.
Deze symbolen staan op de LEA-oogtestkaart (Bron: GGD IJsselland):

Tweede oogtest tussen 4,5 tot 5,5 jaar

Als je kind tussen 4,5 en 5,5 jaar is, krijgt het de tweede oogtest. Die gaat net zo als de eerste.

Tekens van slecht zien

Er zijn bepaalde tekens waaraan je kunt zien dat je kind problemen heeft met de ogen. Als je kind ouder is dan 6 maanden kun je erop letten of je kind:

  • met de ogen knijpt als het op afstand kijkt;
  • dingen altijd heel dichtbij houdt om ernaar te kijken;
  • veel met de ogen knippert en knijpt om dingen te kunnen zien;
  • niet lang achter elkaar met kleine voorwerpen kan spelen;
  • vanaf ongeveer 3 jaar plaatjes in een prentenboek niet kan zien;
  • veel struikelt, terwijl je kind  niet onvoorzichtig is of een afwijkende motorische ontwikkeling heeft;
  • dicht bij de tv of de spelcomputer gaat zitten, omdat je kind het anders niet kan zien;
  • af en toe of steeds scheel kijkt.

Denk je dat je kind een oogprobleem heeft? Dan kun je het best een afspraak maken bij de Jeugdgezondheidszorg of met je huisarts. Op Thuisarts.nl lees je meer.

Oogonderzoek bij orthoptist of oogarts

Als je kind niet goed kan zien, krijg je misschien een verwijzing voor een uitgebreid oogonderzoek bij een orthoptist of oogarts. Bij een uitgebreid oogonderzoek wordt gekeken naar de oogstand, de gezichtsscherpte en de samenwerking tussen de ogen. De oogarts kijkt door de pupil heen of er afwijkingen in het oog zijn. Het kan zijn dat je kind een druppel in de ogen krijgt om de pupil te verwijden. Je kind kan daardoor een paar uur wat waziger zien.

Soms is verder onderzoek nodig. Het kan ook zijn dat je kind een bril of contactlenzen krijgt voorgeschreven. De orthoptist of de oogarts vertelt je wanneer er weer controle nodig is.