Vanaf wanneer is jouw kind klaar om zindelijk worden? Wanneer kun je gaan oefenen op de wc en het potje? En hoe houd je het leuk voor je peuter?
Op welke leeftijd worden kinderen meestal zindelijk?
Je kind is zindelijk als het zelf duidelijk kan maken wanneer het moet plassen of poepen. En als het de plas en poep even op kan houden als er geen wc in de buurt is. Je kind kan dat oefenen en leren, net zoals met bijvoorbeeld lopen en praten.
Elk kind is anders en is op een ander moment klaar om zindelijk te worden. Lichamelijk zou een kind van 1,5 al klaar zijn om te beginnen met zindelijk worden. De meeste kinderen krijgen pas interesse voor het plassen tussen 1,5 en 2 jaar. Voor poepen is dat vanaf 2 tot 3 jaar. Rond 3 jaar zijn de meeste kinderen overdag zindelijk. Wanneer je kind naar de basisschool gaat, is de verwachting dat het zindelijk is.
Kinderen worden nu later zindelijk dan jaren geleden, toen er nog geen wegwerpluiers waren. De luiers zitten zo lekker dat je kind geen last heeft van nattigheid tegen zijn of haar billen.
Wanneer begin je met oefenen op het potje?
Je kunt beginnen met het aanbieden van het potje als je kind interesse krijgt in zijn eigen plas en poep. Hij of zij heeft dan zelf in de gaten dat het poept en plast. En je kind gaat het naar de wc gaan van anderen bekijken en na doen.
Begin met oefenen in een rustige tijd, niet vlak voor bijvoorbeeld een verhuizing of spannende feestdagen.
Uit onderzoek blijkt dat Nederlandse ouders soms te lang wachten met het beginnen van oefenen. Te lang wachten kan ervoor zorgen dat kinderen de interesse weer verliezen. Begin dus altijd op het moment dat je kind er klaar voor is.
Als je kind nog helemaal geen interesse heeft in zijn plas of poep, wacht dan nog even. Als kinderen iets moeten doen wat ze eigenlijk niet leuk vinden, gaan ze zich verzetten. En dan kan het leren van iets nieuws langer duren.
Verpleegkundig specialist Anouk vertelt wanneer jouw kind op het potje kan en geeft tips:
De youtube video wordt niet getoond omdat de cookies niet zijn geaccepteerd. Ga naar https://www.youtube.com/embed/KArmljq55WY?si=8CC1tE-o1LXB9InF om hem alsnog te bekijken.
Hoe help je je kind zindelijk worden?
Als je begint met zindelijkheidstraining, zorg dan dat je hier genoeg tijd en aandacht voor neemt.
- Blijf tijdens het oefenen altijd positief. Geef complimenten als je kind zelf naar de wc gaat of op het potje poept of plast.
- Zet je kind niet teveel onder druk zet om zindelijk te worden. Als het oefenen niet lukt, is dit helemaal niet erg. Wacht dan nog even en probeer het later opnieuw. Elk kind is anders en leert dingen anders!
- Als het je kind regelmatig lukt de hele dag een droog te blijven, kun je het zindelijk worden aanmoedigen met een (zelfgemaakte) kalender. Na een droge dag mag je kind daar dan bijvoorbeeld een zonnetje op tekenen. Als de kalender vol zonnetjes staat (bijvoorbeeld een week lang) kun je dat bijvoorbeeld vieren met het uitzoeken van een mooie onderbroek.
- Sommige kinderen vinden het eng om iets in de pot of wc te doen. En doorspoelen maakt ook nog eens lawaai. Als je ze zelf op de knop laat drukken, helpt dit vaak om de angst te overwinnen.
Lees hoe je je kind kan laten oefenen op het potje.
Wanneer kan een kind ook ’s nachts zindelijk worden?
Is je kind overdag zindelijk? Dan duurt het meestal een paar maanden voordat de luier ook ’s nachts droog blijft.
Als je kind vier of vijf keer achter elkaar wakker wordt met een droge luier, kun je proberen om de luier weg te laten. Laat je peuter voor het slapengaan nog even proberen om te plassen.
Als je kind het leuk vindt, is dit ook het moment om weer een kalender met zonnetjes te maken. Blijft je kind ’s nachts een paar weken droog, dan is een nieuwe dekbedhoes misschien een leuke beloning.
De meeste kinderen worden tussen het derde en vierde jaar ’s nachts zindelijk. Sommige kinderen van 5 jaar of ouder worden ’s nachts nog niet wakker van een volle blaas. Ongeveer 15 procent van de kinderen tussen de 5 en 6 jaar plast een of meerdere keren per week in bed.
Lees de tips in het artikel Bedplassen.
Voor meer tips en vragen kun je altijd contact opnemen met de Jeugdgezondheidszorg.