Puber
Een studie of opleiding kiezen mood picture

Een studie of opleiding kiezen

Aan het eind van de middelbare school kiest je kind een vervolgopleiding. Hoe kiest je kind een studie die bij hem of haar past? Hoe help je je kind bij de studiekeuze? En wat als je kind de opleiding toch niet leuk vindt?

Welke opleidingen zijn er na het vmbo?

Na het halen van een vmbo-diploma is je kind nog niet klaar met school.

  • Tot 16 jaar geldt de leerplicht. Je kind moet dan altijd naar school. Lees meer over leerplicht.
  • Tussen 16 en 18 jaar geldt de kwalificatieplicht. Dat betekent dat jongeren moeten doorgaan met leren totdat ze een startkwalificatie hebben. Dat is minimaal een diploma havo, vwo of mbo op niveau 2.

Een vmbo-diploma is dus nog geen startkwalificatie.
De meeste vmbo-leerlingen gaan naar het mbo. Ze starten vaak op niveau 2, 3 of 4.
Met een vmbo-tl of vmbo-gl diploma kan je kind soms doorstromen naar havo 4. Hiervoor gelden extra eisen, zoals bepaalde vakken of cijfers.

De regels over leerplicht en kwalificatieplicht zijn bedoeld om te voorkomen dat jongeren zonder diploma van school gaan. Met een startkwalificatie hebben ze later meer kans op werk.

Welke opleidingen zijn er na havo of vwo?

Met een havodiploma kun je doorstromen naar het vwo of naar een hbo-opleiding. Er zijn veel verschillende opleidingen. Het profiel of vakkenpakket moet dan wel aansluiten bij de studie die je kind kiest.

Na het vwo kan je kind naar een hbo-opleiding of naar een universitaire opleiding. Ook hier moet de opleiding aansluiten bij de profielkeuze van je kind.

Hoe maakt je kind een studiekeuze?

Natuurlijk hangt de keuze voor een opleiding af van de interesses van je kind.
De middelbare school helpt leerlingen op verschillende manieren bij het kiezen voor een studie:

  • Leerlingen doen een beroepentest.
  • De school organiseert informatiebijeenkomsten.
  • Studenten van vervolgopleidingen komen informatie geven.
  • Mensen met verschillende beroepen komen vertellen wat hun werk inhoudt.
  • Veel scholen bezoeken met leerlingen vervolgopleidingen. Leerlingen van 5 vwo kunnen zich bijvoorbeeld opgeven om bij een universiteit te gaan kijken.

Hoe help je je kind bij het kiezen van een studie of opleiding?

Steun van ouders is heel belangrijk bij het maken van een studiekeuze. Zo kun je je kind helpen:

  • Zoek samen informatie op internet.
  • Ga mee naar open dagen van ROC’s en andere mbo-scholen, hogescholen of universiteiten. De meeste kinderen vinden het prettig als hun ouders meegaan. Met jouw inzicht en advies kan je kind een goede studiekeuze maken.

Wat moet je kind doen nadat hij of zij een studie heeft gekozen?

Je kind moet zich op tijd inschrijven voor een vervolgopleiding (meestal via Studielink).

Als er méér aanmeldingen zijn dan dat er plekken zijn, volgt er een selectie. Dat kan gebeuren via een loting. Soms selecteert een opleiding op bijvoorbeeld cijfers, motivatiegesprek of voorbeelden van eigen werk (portfolio).

Daarna hoort je kind van de opleiding of hij of zij is toegelaten of niet.

Wat als je kind de opleiding niet meer leuk vindt of wil stoppen?

Soms vind je kind de gekozen studie na een tijdje toch niet leuk. Praat dan samen over waarom hij of zij twijfelt.

  • Twijfelt je kind aan de studie en weet hij of zij een beter passende opleiding? Dan kan je kind overstappen. Bij sommige opleidingen kan dat in september of februari. Je verliest dan vaak maar een deel van dat studiejaar.
  • Je kind kan eerst gaan werken totdat hij of zij zeker weet welke studie past. Dat is vaak beter dan een verkeerde keuze maken.
  • Blijft je kind twijfelen? Dan kan hij of zij praten met een studieadviseur of studiebegeleider. Misschien is een beroepskeuzetest handig.
  • Wil je kind stoppen met de studie? Laat je kind dit zo snel mogelijk melden aan de studiebegeleider of opleiding. Die kan uitleggen welke stappen dan nodig zijn.
  • Binnen sommige opleidingen geldt de 1-februari-regeling: als je in het eerste jaar vóór 1 februari stopt, hoef je soms de ontvangen beurs en het studenten-OV niet terug te betalen. Voor geleend geld geldt dat je de lening meestal wel moet terugbetalen.